We gaan een weekje op vakantie naar het noorden van Canada. We gaan genieten van de eindeloze ongereptheid van het Canadees Schild. Dat is een gebied dat bestaat uit gesteente van miljoenen jaren oud in allerlei kleuren, zwart, grijs, rood, roze, oranje, geel, bruin. Vaak bedekt met een dun laagje grond, begroeid met uitgestrekte bossen. Het schild heeft ruwweg de vorm van een hoefijzer en strekt zich uit over het noordoosten en centraal Canada.
De eerste etappe gaat over zeshonderd kilometer, langs de Georgian Bay en de noordkust van Lake Huron naar het plaatsje Elliot Lake.
We vertrekken om tien uur. De routeplanner verwacht dat we om half zes arriveren, dat is een mooie tijd. Tot Toronto gaat het lekker, maar vrijwel meteen daarna rijden we in een file van zestig kilometer helemaal tot Barrie. Het lijkt hier ook wel zwarte zaterdag net als vandaag in Europa. Maar de schoolvakanties hier zijn al in juli begonnen? Er is wel veel werk aan de weg: ‘Construction’. En natuurlijk, hoe konden we het vergeten, vorig jaar hadden we hetzelfde probleem, maandag is het Civic Holiday. Dat betekent een lang weekend voor de Canadezen. We verliezen een uur, dus dat valt nog mee. Bij Barrie splits de weg zich. De helft van de weggebruikers gaat dan naar Muskoka, Algonquin Park of North Bay. De andere helft gaat met ons mee richting Sudbury. We rijden nu zo’n vierhonderd kilometer door uitgestrekte bossen. Eerst loof-, later steeds meer naaldbomen. Het wordt heuvelachtiger. En de bossen worden onderbroken door vele meertjes vol met witte waterlelies.
Hier geen Tom Hortons of Starbucks voor koffie met een broodje. Wel een typisch Canadees/Amerikaanse ‘diner’ met All Day Breakfast. Het restaurantje staat aan de rand van een meertje. De lichtreclame voor het raam met ‘Open’ vertelt ons dat ze open zijn. Er is een lange bar over de hele lengte van de zaak, verder staan er een aantal formica tafeltjes, de zittingen van de stoelen en barkrukken zijn van skai, het plafond is van zachtboard en er hangen grote ventilatoren, aan de muur hangen ijshockey foto’s. Drie duidelijk geverfde serveersters, één diep zwart, de andere twee helblond, schenken steeds de koffie en het water bij. Op de kaart staat achter ieder gerecht hoeveel calorieën het bevat. Dat schijnt hier verplicht te zijn. Een sandwich cheese is een tosti en god zij dank zit er deze keer geen frites bij, zoals zo vaak hier in Canada. Het leven is weer goed.
Tot we net voorbij Parry Sound weer in een file terecht komen. Het staat stil zo ver we kunnen kijken. En ver is heel ver in dit heuvellandschap. We besluiten om te keren en een paar kilometer terug een landweg te nemen, die parallel aan de snelweg loopt te nemen. Hoewel snelweg, het is gewoon een tweebaansweg. Als we na een kilometer of veertig terug de snelweg opkomen rijdt het daar langzaam. Het is nog een paar kilometer tot de ‘Construction’, de weg gaat op een brug over in eenrichting verkeer. Later als we weer rijden zien we auto’s die voor en achter ons in de file stonden, dus omrijden heeft geen zin gehad. Ach we reden in ieder geval. Om acht uur ’s avonds komen we aan in Elliot Lake. ©
Zwarte zaterdag
Op weg naar het Canadees Schild.