Vandaag ben ik weer in de Art Gallery. De vorige keer dat ik er was, werd er vooral Indigenous art tentoongesteld. Nu is de black community aan de beurt.
Ik zie een indrukwekkende korte film: ‘1745’. Gemaakt door de schrijvers en acteurs, Morayo en Moyo Akandé met filmmaker Gordon Napier.
De film laat de vlucht zien van twee in Nigeria geboren zussen, die als slaaf naar Schotland zijn gebracht. Prachtige en toch ook beklemmende beelden van twee mooie vrouwen die door de ruige Schotse Hooglanden rennen. Ze worden achtervolgd door hun baas te paard. Een lelijke oude man gekleed in een soort legeruniform vanuit die tijd. De zusjes worden door hem ingehaald. Maar in een onbewaakt ogenblik, slaat één van de zussen hem met een zware tak op de kop, hij valt in de rivier en drijft weg. De film eindigt met beelden van de door de Hooglanden huppelende zussen, die, zo wordt de suggestie gewekt, de vrijheid tegemoet gaan.
Dit beeld doet me denken aan de Netflix film die we afgelopen weekend keken, ‘Django unchained’, van Quentin Tarantino, uit 2012.
De slaaf, Django, wordt gekocht door een Duitse bounty hunter: Schultz. Schultz leidt Django op tot bounty hunter. Na samen de nodige criminelen te hebben gedood, gaan ze op zoek naar Django’s vrouw, om die te bevrijden. Na veel schieten (het is een echte Tarantino film), waarbij Schultz de dood vindt, en het opblazen van het plantagehuis, rijden Django en zijn vrouw, zo wordt de indruk gewekt, te paard hun vrijheid tegemoet.
Maar dan begon het pas.
In de Art Gallery hangt bij de film, ‘1745’, de volgende tekst: ‘Films zoals die van de Akandé zusters dagen de gangbare Canadese verhalen over slavernij uit. Die leggen de nadruk op de Underground Railroad en overschaduwen de slavernijpraktijken, zoals die van bijvoorbeeld de Schotten. Guelph is voor een groot deel gevormd door Schotse immigratie.’
Vanaf 1793 was slavernij verboden in de toenmalige Britse kolonie: Upper-Canada, nu Ontario. Het was daarmee een toevluchtsoord voor uit de US vluchtende slaven, die veelal via de Underground Railroad reisden. De Underground Railroad had niets van doen met treinen of tunnels. Het was een stelsel van opvangplekken in de US, stations genaamd. Canada was het eindstation. De mensen die via deze vluchtroute naar Canada kwamen zijn de voorouders van de zwarte gemeenschap in Canada.
Naast de film zie ik in de Art Gallery ook nog de tentoonstelling, Critical Mass, met hele mooie tekeningen en acryl schilderijen van respectievelijk Syrus Marcus Ware en Shellicka Anglin. In deze tentoonstelling, zo zegt de folder, wordt de wereld en de Canadese context verbonden met de zwarte gemeenschap in Guelph. Elk werk belicht de transformatie van doorleefde ervaringen naar de expressie van sociale verandering.
J. heeft me na de lunch bij de Gallery afgezet. Nu loop ik, onder de indruk, maar hoopvol, in een uur terug naar huis. Het is koud, het vriest acht graden, maar de zon schijnt. ©
Underground Railroad
Vluchtroute voor slaven van rond 1800 tot 1865.