Op 5 januari om 16.30 uur vertrekken we voor de lange reis in een slaap-lijnbus naar Puerto Madryn. Een havenplaats aan de oostkust van Argentinië. Achttien uur rijden we naar het zuiden door een steeds desolater wordend landschap met slechts één halte onderweg. Weer een uitdaging voor een verstokte roker, zoals J.. Verder bevalt deze manier van reizen heel goed, de slaapstoelen zijn prima en we slapen een groot deel van de tijd. Er is een schoon toilet aan boord en we krijgen een soort van vliegtuigmaaltijden van een steward. In de middle of nowhere komt de Nationale Politie aan boord om onze paspoorten te controleren. We hebben geluk. Niemand hoeft de inhoud van zijn koffer te laten zien.
Het is ’s ochtends elf uur als we aankomen. De Nederlandse reisleidster adviseert ons voor die middag een gemakkelijke fietstocht van zo’n vijftien kilometer naar een zeeleeuwen kolonie. Het blijkt een barre tocht met heel veel wind. Gelukkig op de heenweg tegen. De route loopt via een heuvelachtige gravelweg, die aanvoelt als een wasbord. Voor mij, die al chagrijnig wordt van een viaduct als ik Nederland fiets, een verschrikking. Als we op de terugweg zijn, komen we een klein groepje reisgenoten tegen, die ook op weg zijn gegaan. Ook zij vinden het een heftig ritje. Het zal de generatiekloof zijn. De reisleidster is een zeer sportief jong veulen van rond de dertig. Onze groepsgenoten zijn ook sportief, maar de gemiddelde leeftijd is rond de zestig. Tijdens de reis leren we omgaan met de generatiekloof. Een volgende keer zegt onze reisleidster: ‘Een mooie wandeling, de eerste veertig meter klimmen en daarna vlak’. Dan blijkt het in onze beleving gewoon vier kilometer klimmen te zijn, waarvan de eerste veertig meter extreem. Daarna nemen we het inschatten van de zwaarte van een activiteit door onze reisleidster met een korrel zout en doen vervolgens toch gewoon mee. Achteraf zijn we dan altijd blij dat we dat gedaan hebben.
De groep bestaat uit vier mannen en vier vrouwen alleen en zes stellen. Ik ben totaal geen groepsmens, maar in deze groep voel ik me, na een paar dagen van aftasten, heel prettig. Er is voldoende ruimte voor iedereen om zichzelf te zijn en dat te doen waar hij/zij zin in heeft.
De reisleidster is dus bijzonder enthousiasmerend. Tactvol. En heeft veel reiservaring in Zuid-Amerika. We kunnen ons geen betere wensen.
Als we aankomen bij de zeeleeuwen kolonie worden we begroet door een man in uniform. Door onze ervaring bij de douane springen we meteen in het gelid. Deze man is echter erg aardig. Hij vertelt dat de toegang gratis is, waar de zeeleeuwen zitten, dat we met vragen bij hem terecht kunnen en dat hij op onze fietsen zal letten. Het lijkt er op dat Argentijnse mannen een norse uitstraling hebben. En een wat militaristische manier van mensen aanspreken.
De dag daarna gaan we met een volgende optionele excursie mee naar Area Natural Protegida Peninsula Valdés. Een schiereiland vol dieren op zo’n veertig kilometer afstand van Puerto Madryn. We zien: veel Merino schapen, maar ook kleine uiltjes, een gier (gemiddeld 55 cm hoog), nando’s, een kleine struisvogelachtige (gemiddeld 120 cm hoog), guanaco’s, een lama-achtige (gemiddeld 180 cm hoog), een mara, een haasachtige (gemiddelde 80 cm hoog), Magellaan pinguïns (gemiddeld 44 cm hoog) en de in vergelijking met de zeeleeuwen (gemiddeld twee tot drie meter) reusachtige zeeolifanten (gemiddeld drie tot vijf meter). Eén van onze reisgenoten, blijkt al snel, maakt prachtige dierenfoto’s. Daar maak ik dan ook dankbaar gebruik van om jullie een beeld te geven van de prachtige dieren die we zien. ©
foto: Wil den Draak foto: Wil den Draak foto: Wil den Draak foto: Wil den Draak foto: Wil den Draak