Oude meesters overzee

Musea in New York.

We logeren in een chique hotel direct aan Central Park in New York. J. is hier voor twee dagen, donderdag en vrijdag, in verband met werk. Zaterdag en zondag zullen we samen New York verkennen, maar donderdag en vrijdag heb ik voor mij zelf. Dat betekent veel musea.
Ik wandel door Central Park naar het Guggenheim. Na een bezoek aan het Guggenheim in Bilbao staat het Guggenheim in New York al jaren bovenaan mijn verlanglijstje.
Central Park is precies zoals ik me op grond van tv series en films heb voorgesteld. Immens groot, relaxed, met kunstwerken, optredende artiesten en acrobaten, speeltuintjes met nanny’s, picknickende mensen, een dierentuintje, een roeivijver, honkbalvelden, joggers en overal kraampjes met hotdogs.
Het Guggenheim blijkt op donderdag gesloten. Ik heb me onvoldoende voorbereid. Donderdag is ook zo’n onlogische dag om dicht te zijn, vind ik. Dus naar nummer twee op mijn lijstje. Dat is vlakbij, ook aan de ‘Museum Mile’.
The Frick Collection wordt tentoongesteld in het voormalige huis van Henry Clay Frick. Frick leefde van 1849 tot 1919 en werd rijk in de mijnindustrie. Zijn kunstcollectie bevat bekende werken van o.a. Rembrandt, Vermeer, Frans Hals, Turner en Whistler. Heel bijzonder om die bekende Nederlandse meesters in een thuissituatie te zien, maar qua kunst krijg ik wel een beetje het gevoel van: in het Rijksmuseum zie ik meer.
Na de lunch, natuurlijk een hotdog met ketchup en mosterd, loop ik, via St Patrick’s Cathedral, naar Broadway om kaartjes te kopen voor vrijdagavond. Ik koop ze bij het theater, dat is volgens de conciërge van het hotel het meest gemakkelijke en vertrouwd. Voor goedkope tickets opent om 15 uur de TKTS ticket box op Times Square, om 14 uur staat er al een heel, heel erg lange rij. En dat terwijl het op Times Square, het Piccadilly Circus van New York, altijd al mega druk is.
Dan heb ik nog tijd voor het MoMA, het Museum of Modern Art. Dat valt een beetje tegen, misschien had ik toch voor the MET, Metropolitan Museum of Art, moeten kiezen? O, altijd weer die keuzestress.
De tentoonstelling van Robert Rauschenberg is niet zo mijn smaak. Daarnaast is er de vaste collectie met een paar topstukken. Wat indruk maakt zijn: de Sterrenhemel van van Gogh, een Mondriaan, een reusachtige Waterlelievijver van Monet, een Rothko, de Campell’s soepblikken van Andy Warhol, de Dansende vrouwen van Matisse, een Picasso, Pollock en Frida Kahlo. Toch best veel bijzondere stukken, nu ik ze zo achter elkaar noem.
Via 5the Avenue, een dure winkelstraat, met de Trump Tower, uit principe ga ik niet naar binnen, loop ik terug naar het hotel.
Vrijdagochtend verhuizen we naar een eenvoudiger hotel. Daarna kan ik alsnog naar het Guggenheim. Het is nu wel iets verder lopen, maar het is zeker de moeite waard. Guggenheim is net als Frick rijk geworden in de mijnbouw. Van iedere schilder van rond 1900 hangt hier werk. Teveel om op te noemen. Ook de exposities Mystical Symbols, Rose + Croix Salons en Brancussi zijn voor mij interessant.
Daarnaast is het gebouw op zich al bijzonder. De opzet is een beetje zoals de koepelgevangenis. Je loopt steeds rond verder naar boven. Je kan de schilderijen aan de muur rechts van je zien, maar ook die aan de overkant van het gebouw op afstand, dat is vaak mooier. Bilbao was qua gebouw aan de buitenkant indrukwekkender. Van de collectie daar herinner ik me alleen veel Jeff Koons en de werken van plaatstaal van Richard Serra. Hier in New York is de collectie vele malen groter en gevarieerder. ©

Laat een reactie achter

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.