Lummelen

Tijd morsen.

Ik verveel me nooit. Er is altijd wel iets dat ik kan doen. Maar soms zijn er, als ik Guelph ben, van die dagen, dat ik aan het eind van de dag niet weet wat ik die dag nou eigenlijk gedaan heb. Als ik dan terugkijk is het zoiets als beginnen met de digitale krant, dan via internet sporten met Marloes, een boodschapje doen, buiten wat lezen, een eekhoorntje bespieden dat met twee handjes een tomaatje plukt, op de schutting gaat zitten eten en het na een paar hapjes op de schutting laat liggen, nog te groen waarschijnlijk, even op de fiets naar het postkantoor bij de Stone Road Mall, voor het koken nog net tijd voor een wasje, na het eten het Nederlandse nieuws kijken en daarna de dag afsluiten met een Netflix serie, als het spannend is twee afleveringen.
Veel mensen zouden jaloers op me zijn, maar ik heb bijna nooit een fijn gevoel na zo’n dag. Het voelt voor mij als de dag verlummelen, tijd morsen. Beter voel ik me aan het eind van een dag, als ik de hele dag druk was met opruimen, schoonmaken, wassen en strijken. En dat vind ik allemaal echt geen leuk werk. Maar het is dan wel duidelijk te zien wat ik gedaan heb. Nog beter voelt het na een dag ‘echt’ werken voor SHISHO. Ook als dat thuis achter de laptop is. Als de hersenen maar kraken.
Alan Lightman een hoogleraar menswetenschappen aan het MIT in Boston, een universiteit in de US, zegt dat mensen meer moeten lummelen. Zonder lummelen minder fantasie, creativiteit en meer stress. Dat klopt, ook voor mij. Ik ben weinig creatief als ik weken achter elkaar van het één naar het ander hol. Maar tijd verlummelen maakt me zeker niet creatiever.
Wat voor mij wel heel goed werkt is, zoals Nienke de Jong, een columnist, in BNDeStem van 1 augustus zegt, ‘sportief lummelen’. Wandelen, fietsen, zwemmen. Dat moet dan wel alleen, dan is er alle ruimte om de creativiteit te laten stromen. ©

Laat een reactie achter

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.