Gelukkig. Het is voorbij. Carnaval in Nederland. Ik kan me niet heugen dat we tijdens de carnaval niet naar de Vastenavond in Bergen op Zoom gingen. We waren er altijd. Voor mij afgelopen dertig jaar. Voor J. sinds zijn kinderjaren. Ook afgelopen twee jaar wist J. het zo te plannen, dat we tijdens de carnaval in Nederland waren.
We gingen verkleed in een oude (bont)jas, met een gordijn om, een hoedje op en een rode zakdoek om de nek, zorgvuldig met de knoop naar voren. Die zakdoek maakte me in het verleden weleens opstandig. Dan deed ik heel recalcitrant de knoop aan de achterkant, met als gevolg dat men dacht dat ik niet van Bergen ben. Geen probleem wat mij betreft, want dat klopt. Door de chauvinistische Vastenavond vierder, ook degenen die niet in Bergen wonen, wordt dat toch als een soort van belediging gezien.
De laatste jaren waren we niet meer vier dagen van de partij. We kozen voor de relatief rustige zaterdagavond, maandagavond naar de Dubbelstraat waar op straat de ene na de andere act wordt opgevoerd en/of dinsdagmiddag naar de optocht. Maandag is mijn favoriet. We maakten ook niet meer van die lange dagen van in de middag tot twee uur ’s nachts. Nee, de laatste jaren gingen we om een uur of vijf in de middag weg en waren om een uur of tien ’s avonds weer thuis. En niet meer lopende weg een broodje zuurkool met worst eten, maar lekker naar Maarten voor een stampotje. Maarten is een goede oud kok van één van onze vaste restaurants in Nederland, Brasserie Overstag. Hij heeft nu een eigen restaurant in Bergen op Zoom.
Altijd komen we tijdens het dweilen bekenden tegen. Altijd is het gezellig. Dat bedenkend helpt het niet al die vrolijke kleurrijke foto’s te zien. In de krant of geappt gekregen van vrienden en familie. ©