Bomen

Van Sault Ste. Marie naar Wawa.

Nog iets om af te vinken. We gaan met de toeristen trein vanuit The Soo naar Agawa Canyon. De kloof is ‘breathtaking’, zoals ze dat hier zeggen. De vier uur heen en vier uur terug zien we wel heel veel bomen van heel dichtbij. Allemaal sparren en hier en daar een berk. Doordat bijna de hele reis de bomen tot vlak naast het spoor staan is het uitzicht beperkt.

De volgende dag rijden we over de Trans Canadian Highway, die van oost naar west Canada loopt, of andersom natuurlijk, door naar Wawa. Van de kleine tweehonderd af te leggen kilometers lopen er tachtig door Lake Superior Provincial Park. Het is ongeveer hetzelfde gebied als we zagen vanuit de trein, maar nu met veel meer uitzicht. Vergezichten over Lake Superior, het grootste zoetwater meer van de wereld, en over de heuvels met naaldbomen.
We gaan op (foto) jacht naar rotstekeningen en wild. De otters, bevers en moose (rendieren), die hier zouden moeten wonen.
Als eerste dalen we af naar de plaats waar de rotstekeningen te zien zijn. De tekeningen van rode oker zijn door de Ojibwe op een voor hen heilige plaats gemaakt. Ik durf niet verder dan de eerste. Ik ben bang gemaakt door de waarschuwingsborden met dreigende teksten waarin staat dat er al doden zijn gevallen bij het bekijken van de tekeningen. De tekeningen zijn te bereiken over een heel smal randje langs een hoge steile glibberige rotswand die afloopt in het meer met een stevige golfslag. Het eerste stukje kun je je nog vasthouden aan een ketting. Daarna moet je op eigen kracht verder.  Er hangen daar wel touwen met een grote knoop aan het eind over de rots naar beneden. Daarmee zou je jezelf zo nodig uit het meer kunnen optrekken. Deze hangen echter veel te hoog. Die zijn echt niet te bereiken als je in het meer ligt. Ik zie de rest van de tekeningen wel op de foto’s, die J. maakt.
Het wild dat we zien beperkt zich tot een ottertje. Dat veel te snel weer onder water duikt om op de foto vast te leggen. Maar het was evengoed een mooie wandeling rond het meer.
Voor we het park verlaten bezoeken we nog één van de strandjes, waar ook gekampeerd mag worden. Onder een afdakje zijn enveloppen beschikbaar, die je kunt gebruiken om te betalen voor een kampeer- of parkeerplaats. Aan zo’n envelop zitten twee strookjes. Je vult de datum, je kenteken en hoelang je blijft op beide strookjes in. Eén strookje scheur je af en leg je achter de voorruit van de auto. Het andere laat je aan de envelop zitten. In de envelop stop je het voor de periode dat je blijft gevraagde bedrag. En de envelop gaat in een soort brievenbus in de vorm van een paal. Het is nog proppen om onze envelop in de volle bus te krijgen. Dit hele ritueel duurt bijna net zo lang als de tijd dat we op het strand zitten. Maar we doen het niet voor niets. Als we de parkeerplaats verlaten komt net de parkpolitie het parkeerterrein opgereden. ©

Laat een reactie achter

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.